
Zorgen over wolvenpopulatie op Veluwe: ‘Ze zoeken tussen de huizen door naar weiland met schapen’
15 september 2023 om 20:00 DierenELSPEET Het zijn niet eens zijn schapen waaraan een wolf in een naburig weiland aan de Kleine Kolonieweg in Elspeet zich vergrijpt. Voor Herman van Rijn is daarmee echter de maat vol. ,,Inmiddels lopen er volgens een boswachter al vele wolven in roedels op de Veluwe. De overheid staat het oogluikend toe. Moet er nu echt eerst een kind de dupe worden?”, vraagt hij zich af.
Hij heeft niets tegen de terugkeer van de wolf in ons land, maar wil wel dat het beheersbaar blijft. ,,Nu zijn het de schapen, straks zijn de kalveren en veulens aan de buurt.”
Herman neemt waar dat de wolf steeds verder oprukt naar de bewoonde wereld. ,,Ze zoeken tussen de huizen door naar een weiland met schapen. In mijn wijk, de Kluns of Klonie in de volksmond, hebben veel mensen die schapen als hobby houden de moed opgegeven.
(Artikel gaat verder afbeelding)
Een van de toegetakelde beesten die uit het lijden moest worden verlost.
Mensen durven niet naar buiten te treden. Zo gebeurt er ook niets, houd ik ze voor. Het is de hoogste tijd dat Nederland los komt van de houding om de beste van de Europese klas te zijn.Tijd voor faunabeheer, waarbij het aantal wolven beperkt wordt.
Dan heeft een minderheid het over de zieligheid van het afschieten. Een kogel door de kop van het beest leidt tot een directe dood; de aangevreten schapen moeten vele uren ondraaglijk lijden.”
In het onderhavige geval gaat het om een weiland dat grenst aan een mantelzorgwoning. Herman: ,,Mijn schoonmoeder geniet dagelijks van de dieren die voor haar raam grazen. Kun je je voorstellen wat het met haar heeft gedaan om zoveel leed onder ogen te krijgen? Twee schapen waren dood, drie werden afschuwelijk toegetakeld en één kon de beten overleven.
Straks hebben we te maken met allemaal lege weides. Fietsers en wandelaars durven het bis niet meer in. Een meneer uit de stad zei me laatst niet bang te zijn want hij had een dikke stok. Ik heb hem verteld dat hij deze niet eens van de grond krijgt voordat het roofdier heeft toegeslagen.
Weet je, in vroeger eeuwen, toen de mensen hier nog in hutje sop de hei leefden, hadden ze een geit. De melk van dat dier hield hen in leven. Op enig moment beten de wolven ze dood. Nou, dat heeft de jacht op de wolf en het verdwijnen ervan ingeleid. Hoe kun je dan in deze tijd met intensieve bebouwing de wolf massaal toelaten?”
Hij schudt meewarig zijn hoofd als tegenstanders van de jacht zeggen dat houders van schapen moeten zorgen voor goede afrastering. ,,Dat kost de mensen die ze voor hun plezier houden een vermogen. De subsidie weegt er niet tegen op. Een raster met schrikdraad kost veel, je moet het continu onderhouden, want als het gras bij het raster langer wordt werkt het schrikdraad een stuk minder. En vergis je niet in de sprongkracht van de wolf. Die knalt er zo overheen.”
De schapen naast zijn woning zijn van een inwoner van Uddel. “Onlangs zijn daar in een weiland de overige schapen van de man gedood. Hij stond bij ons te trillen op zijn benen.”
Dick van der Veen