Onderzoek naar roofhandel Joods vastgoed in Harderwijk

HARDERWIJK Er komt een onderzoek naar de roofhandel van Joods vastgoed in Harderwijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het initiatief is afkomstig van Martijn Pijnenburg (D66) die voor een door hem opgestelde motie de steun krijgt van alle andere raadsfracties.

Wijnand Kooijmans

In Harderwijk gaat het om de panden Hogeweg 25-29, Vuldersstraat 26 en Grote Poortstraat 34. De eigenaren zijn om het leven gebracht in 1943 in het concentratiekamp Sobibor. De administratie van de ruim zevenduizend vastgoedobjecten die zijn verkocht van Joodse eigenaren is vastgelegd in het zogeheten Verkaufsbücher dat openbaar is en digitaal toegankelijk. In dit boek worden tenminste de drie Harderwijker panden genoemd die zijn geroofd van de eigenaren.

In 73 gemeenten is al een eigen onderzoek gestart naar de roofhandel. De Stichting Joods erfgoed heeft aangegeven positief te staan tegenover het gevraagde onderzoek, mits dit onderzoek niet leidt tot beschadiging van mensen van nu. Het handelen van toen mag niet leiden tot een afrekening van de huidige generatie.

Volgens Pijnenburg hoeft het onderzoek niet ingewikkeld te zijn. Naast de genoemde administratie kunnen ook andere bronnen worden gebruikt waarnaar de genoemde stichting reeds zeer uitgebreid onderzoek heeft gedaan.

Doel is dat nabestaanden door het onderzoek een veel beter beeld krijgen van hun persoonlijke familiegeschiedenis. Maar ook dat de Harderwijker samenleving zicht heeft op de rol van de lokale overheid bij de gedwongen verkoop van Joods vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Om beschadiging van mensen te voorkomen worden de uitkomsten van het onderzoek geanonimiseerd. Het onderzoek moet 1 augustus 2022 zijn afgerond.

Door burgemeester Harm-Jan van Schaik wordt aangegeven dat het college van burgemeester en wethouders bereid is de motie uit te voeren. In het onderzoek komt onder meer de rol van de gemeente tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de orde en bij de afhandeling na de oorlog aan de orde.